Naam en nummer van het leerplan:
Leerplandoelstellingen:
2
|
De leerlingen kunnen aan de hand van voorbeelden verschillen aantonen
tussen het dagelijks leven van jongeren uit een andere tijd en plaats met hun
eigen leven.
|
OD 14
|
Didactische wenk
- Voorbeelden gebruiken die raken aan de leefwereld van jongeren: vrijetijdsbesteding, wonen, kleding, kinderrechten, communicatie, onderwijs, vervoer, enz.
11
|
Leerlingen kunnen de
verschillen in wonen tussen vroeger en nu, hier en elders aantonen aan de
hand van voorbeelden. OD 27
OD 28
|
OD 27
OD 28
|
Didactische wenk:
- Vertrekkend vanuit concrete bronnen bijv. beelden, teksten, getuigenissen, …
- ‘Aantonen’ betekent: verschillen afleiden uit voorbeelden en benoemen.
13
|
De leerlingen kunnen enkele belangrijke factoren opnoemen die het
ontstaan van een stad verklaren.
|
OD 29
|
Didactische wenk
- Een drietal factoren opnoemen
- Factoren als ligging (aan waterwegen, kruising van wegen, hoogte, …), economische activiteit, bescherming, administratie (bijv. fusies, …), …
14
|
De leerlingen kunnen in een stad sporen uit het verleden herkennen en
hun doel in het verleden verduidelijken.
|
OD 30
|
Didactische wenk
- Sporen uit het verleden aanwijzen
- Benoemen
- Functie(s) hiervan in het verleden geven
- Aanwijzen van sporen in de realiteit of op visueel materiaal
30
|
De leerlingen kunnen enkele voorbeelden geven van functies van een
stad.
|
OD 31
|
Didactische wenk
- Verschillende functies benoemen
Didactische principes:
Aanschouwelijksheidsprincipe:
Ik maak in mijn blog gebruik van afbeeldingen en een filmpje.
Activeringsprincipe:
Oefeningen educaplay
Werkvormen:
De klas wordt opgedeeld in vijf groepjes van 2. Elk groepje krijgt een categorie toegewezen. Nadat ze de categorie bestudeert hebben moeten de groepjes hun bevindingen en wat ze geleerd hebben aan de klas voorstellen. Na elke voorstelling geven de leerlingen elkaar constructieve feedback.
Aanschouwelijksheidsprincipe:
Ik maak in mijn blog gebruik van afbeeldingen en een filmpje.
Activeringsprincipe:
Oefeningen educaplay
Werkvormen:
De klas wordt opgedeeld in vijf groepjes van 2. Elk groepje krijgt een categorie toegewezen. Nadat ze de categorie bestudeert hebben moeten de groepjes hun bevindingen en wat ze geleerd hebben aan de klas voorstellen. Na elke voorstelling geven de leerlingen elkaar constructieve feedback.