Hoe zijn de steden ontstaan?
De eerste stad is ontstaan in Mesopotamië. Dit gebied ligt tussen twee rivieren. Hierrond was de grond zeer vruchtbaar omdat er vruchtbaar slib achterbleef nadat de rivieren overstroomden. Hierdoor konden mensen hier gemakkelijk hun eigen planten zaaien en gingen de mensen rond deze rivieren wonen. Zo ontstonden de eerste dorpen.
Al snel vonden de boeren het vervelend om afhankelijk te zijn van de overstromingen. Daarom bedachten ze een manier om zelf hun grond te bewateren. Waardoor er meer voedsel gezaaid kon worden en meer mensen gevoed konden worden. Er kwamen steeds meer mensen die een ander beroep dan boer gingen uitoefenen. Het voedsel werd opgeslagen en er werd aan handel (verkoop en aankoop) gedaan. Sommige mensen kregen hierdoor meer macht dan anderen.
Dankzij de handel ontstonden de eerste stedelijke samenlevingen. Dit noemen we stadstaten. Meestal werd zo een stadstaat geregeerd door een koning met behulp van priester.
In de stad woonden vooral boeren. Zij moesten ieder jaar een groot gedeelte van hun oogst afstaan in ruil voor bescherming en onderhoud van hun bewateringssysteem. Het graan werd verdeeld over de bewoners van de stad.
Factoren die het ontstaan van een stad kunnen verklaren:
1. Ligging
Om aan landbouw te kunnen doen is het belangrijk dat de stad genoeg voorzien kan worden van water. In de buurt van een rivier is dus ideaal. Rivieren, zeeën en kruispunten van verschillende handelswegen zijn een pluspunt om aan handel te kunnen doen ook het klimaat (het weer gedurende een lange periode) is zeer belangrijk. Een stad bouwen waar veel grondstoffen zijn is ook zeer interessant voor de handel. Een stad op een hoogte kan minder snel aangevallen worden.
2. Handel
Als een stad aan de zee ligt kunnen de mensen die in de stad wonen gemakkelijk aan grondstoffen geraken en kunnen deze ook eenvoudig naar andere steden brengen. Kruispunten van verschillende handelswegen zijn interessant om een stad rond te bouwen omdat het vervoeren van goederen dan eenvoudig is.
3. Bescherming
De mensen voelen zich beschermd door muren rondom de stad en door hun huis dicht in de buurt van een burcht te bouwen. Een stad op een hoogte kan ook voor extra veiligheid zorgen.
Al snel vonden de boeren het vervelend om afhankelijk te zijn van de overstromingen. Daarom bedachten ze een manier om zelf hun grond te bewateren. Waardoor er meer voedsel gezaaid kon worden en meer mensen gevoed konden worden. Er kwamen steeds meer mensen die een ander beroep dan boer gingen uitoefenen. Het voedsel werd opgeslagen en er werd aan handel (verkoop en aankoop) gedaan. Sommige mensen kregen hierdoor meer macht dan anderen.
Dankzij de handel ontstonden de eerste stedelijke samenlevingen. Dit noemen we stadstaten. Meestal werd zo een stadstaat geregeerd door een koning met behulp van priester.
In de stad woonden vooral boeren. Zij moesten ieder jaar een groot gedeelte van hun oogst afstaan in ruil voor bescherming en onderhoud van hun bewateringssysteem. Het graan werd verdeeld over de bewoners van de stad.
Factoren die het ontstaan van een stad kunnen verklaren:
1. Ligging
Om aan landbouw te kunnen doen is het belangrijk dat de stad genoeg voorzien kan worden van water. In de buurt van een rivier is dus ideaal. Rivieren, zeeën en kruispunten van verschillende handelswegen zijn een pluspunt om aan handel te kunnen doen ook het klimaat (het weer gedurende een lange periode) is zeer belangrijk. Een stad bouwen waar veel grondstoffen zijn is ook zeer interessant voor de handel. Een stad op een hoogte kan minder snel aangevallen worden.
2. Handel
Als een stad aan de zee ligt kunnen de mensen die in de stad wonen gemakkelijk aan grondstoffen geraken en kunnen deze ook eenvoudig naar andere steden brengen. Kruispunten van verschillende handelswegen zijn interessant om een stad rond te bouwen omdat het vervoeren van goederen dan eenvoudig is.
3. Bescherming
De mensen voelen zich beschermd door muren rondom de stad en door hun huis dicht in de buurt van een burcht te bouwen. Een stad op een hoogte kan ook voor extra veiligheid zorgen.